Wat is osteopathie?

Osteopathie is een manuele geneeswijze, wat inhoudt dat er geen apparaten aan te pas komen.
Een osteopaat gaat uit van de visie dat de mens biologisch één geheel is en dat alle afzonderlijke delen (systemen) elkaar beïnvloeden.
Deze verschillende systemen zijn:

  • het bewegingsapparaat, met de gewrichten, spieren, kapsels en pezen.
  • alle organen, omgeven door vliezen (fascia), die op hun beurt weer verbonden zijn met andere structuren in het lichaam.
  • het zenuwstelsel met de schedel, de wervelkolom, het heiligbeen, de hersenvliezen en het ruggenmergvlies, het ruggenmerg en de zenuwen

Alles in het menselijk lichaam is beweeglijk, kan bewegen en moet bewegen. Met beweeglijkheid wordt niet alleen bedoeld het voortbewegen van de mens, maar ook de beweging van alle weefsels, spieren en botten ten opzichte van elkaar. Dit geldt ook voor de inwendige organen (peristaltiek, ademhaling, orgaanbewegingen onder invloed van ademhaling) en voor de lichaamsvloeistoffen (bloed, lymfe, hersenvocht).

Het lichaam blijft gezond zolang weefsels soepel, elastisch en beweeglijk zijn en de vloeistofstroom rondom de weefselcellen intact blijft. De kwaliteit van het weefsel wordt immers bepaald door een goede drainage/circulatie, die onder andere de aanvoer van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen waarborgt.

De mens draagt in zich een zelfgenezend vermogen, osteopathie activeert dit. Door de gevonden bewegingsbeperkingen te behandelen en het evenwicht tussen de verschillende systemen te verbeteren, geeft een osteopaat het lichaam weer de mogelijkheid zichzelf te herstellen. De osteopathie maakt hierbij gebruik van een uitgebreide kennis van anatomie, fysiologie, pathologie en de embryologie.

De osteopaat onderzoekt de kwaliteit en bewegingsmogelijkheid van al deze systemen en zoekt naar relaties met uw klacht.

Bewegingsverlies ontstaat door oorzaken van buiten af of door processen in het lichaam zelf. Overbelasting van weefsels speelt hierbij een centrale rol. Te grote krachten van buitenaf tasten de kwaliteit van weefsels aan, dit leidt tot verhardingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een harde val of kneuzing (ook in het verre verleden), een operatie, botbreuk of soms zelfs een gecompliceerde tandheelkundige behandeling.

Ook een zware bevalling of een vacuümverlossing waarbij het schedeltje van de baby veel te lijden heeft, kan aanleiding geven tot bewegingsverlies. Processen vanuit het lichaam zèlf verlopen ingewikkelder.

  • Erfelijkheid kan een rol spelen; bepaalde families hebben van nature een hardere of stuggere bouw.
  • Ontstekingen in weefsels kunnen littekens achterlaten.Overbelasting door verkeerde voeding kan uiteindelijk leiden tot ophoping van gifstoffen, waardoor de weefsels verharden.

Andere interne krachten, en vaak veel subtieler, zijn gevoelens en emoties. Organen en weefsels worden hierdoor beïnvloed. Langdurige stress en spanning zetten de (bij)nieren en darmen onder druk. Lever en gal hebben het zwaar te verduren als ergernis, irritatie, woede, niet kan worden geuit. Angst werkt verstijvend. Dit heeft nadelige gevolgen voor o.a. beweging van nieren en longen. We hebben het over gewone, dagelijks voorkomende emoties, maar het negatieve effect is het gevolg van het langdurig bestaan. Osteopathie is gebaseerd op de klassieke medische wetenschap. Het is een zachte manuele geneeswijze die op zoek gaat naar functionele bewegingsverliezen in het bewegingsapparaat, het zenuwstelsel en het orgaanstelsel.

De osteopaat gaat als volgt in drie stappen te werk:

  1. Het probleem vinden
    De osteopaat onderzoekt het gehele menselijk lichaam naar de oorzaak van de klacht. Die oorzaak kan zich op een geheel andere plaats in het lichaam bevinden als waar de klacht ervaren wordt.
  2. Het probleem verhelpen
    De bovengenoemde structuren als het bewegingsapparaat, de organen en het zenuwstelsel, worden door middel van zachte, manipulatieve technieken, losgemaakt. Hiermee wordt “kraken” uitdrukkelijk niet bedoeld.
  3.  Het lichaam de tijd geven
    Er zit enige tijd tussen behandeling en een volgend bezoek. Aangezien weefsels tijd nodig hebben om zich aan de correcties aan te passen.